Het doel van de studie was om de voorspellende factoren van progressie van interstitiële longaandoening gecombineerd met gemengde bindweefselziekte te bepalen.
Bij kinderen en jongvolwassenen met marfansyndroom blijken losartan en atenolol een vergelijkbaar effect te hebben op de aortadilatatie. Dat suggereert onderzoek door Ronald Lacro en collega’s in the New England Journal of Medicine.
Ongeveer een derde van de kinderen met juveniele artritis die de TNF-remmer etanercept krijgen, reageert uitstekend op deze medicatie. Een ander derde reageert middelmatig en nog een derde toont nauwelijks effect. Voorspellende factoren voor een goede respons zijn volgens deze studie in het JAMA een lage disability score bij aanvang van de therapie, voorafgaand gebruik van DMARD’s en een jongere leeftijd bij aanvang van de aandoening.
Tijdens het congres van de Koninklijke Belgische Vereniging voor Reumatologie sprak prof. Georg Schett (afdeling immunologie en reumatologie, Universitätsklinikum Erlangen, Duitsland) over interacties tussen het bot en het immuunsysteem bij artritis. Hij stelde dat osteoclasten essentieel zijn voor het ontstaan van erosies bij reumatoïde artritis en benadrukte de rol van RANKL, TNF en T-lymofcyten hierbij. Het ontstaan van erosies kan ook therapeutisch in vitro of in vivo beïnvloed worden door onder meer RANKL-inhibitoren, TNF-remmers, interleukine 6-remmers en CTLA4-immunoglobulinen. Voor de precieze lokalisatie van de erosies lijken vooral die gebieden van belang die kwetsbaar zijn voor kleine trauma’s rond pezen en ligamenten.
De European League Against Rheumatism (Eular) formuleerde tien aanbevelingen over de rol van verpleegkundigen in de chronische artritiszorg. Ook Belgische experts waren hierbij betrokken. Annals of Rheumatic Diseases publiceert de aanbevelingen. In de reumatologie vormen reumaverpleegkundigen meer en meer de tussenpersoon tussen patiënten en andere zorgverleners uit het multidisciplinaire reumateam.
Met de vergrijzing van de bevolking neemt ook de groep senioren met reumatische ontstekingsziekten toe, en dus ook de behoefte aan evidentie over een optimale therapie in deze oudere populatie. Dat schrijven onderzoekers in Clinical Rheumatology. Een studie in de Annals of Rheumatic Diseases suggereerde al dat TNF-alfa-blokkers de ziekteactiviteit bij reumatoïde artritis significant verminderen, in alle leeftijdsgroepen, maar dat het effect van deze middelen minder groot is bij ouderen.
Cognitieve gedragstherapie in groep voor het zelfmanagement van moeheid bij reumatoïde artritis helpt beter dan het geven van informatie alleen. Dat blijkt uit een gerandomiseerde, gecontroleerde studie. Annals of Rheumatic Diseases publiceerde de resultaten. Significante moeheid treedt op bij 70 procent van de mensen met reumatoïde artritis. Mensen ervaren de moeheid geassocieerd met de aandoening vaak als even storend als de pijn. De moeheid kan even ernstig zijn als die bij het chronisch vermoeiheidssyndroom.
Reumatoïde artritis wordt in verband gebracht met ontsteking van het gewrichtsynovium. Deze synovitis veroorzaakt zwelling, pijn en vervolgens gewrichtserosies die aanleiding geven tot gewrichtsmisvormingen en functionele handicap. Het voornaamste doel van de behandeling is om onomkeerbare structurele schade te voorkomen door snel in te grijpen. En snel behandelen kan alleen als de diagnose wordt gesteld vanaf de eerste symptomen... Published ahead of print.
Bij personen met een auto-immuunaandoening gaat het opstarten van anti-TNF niet gepaard met meer ziekehuisopames voor ernstige infecties dan een behandeling met conventionele reumatherapie. Dat schrijft een Amerikaans onderzoeksteam in het JAMA.
Personen met erosieve artrose op het niveau van de handen hebben meer functieverlies en significant meer pijn dan personen met gecontroleerde artritis ter hoogte van de handgewrichten. Er is derhalve behoefte aan betere behandelopties voor personen met erosieve artrose. Dat besluit een Vlaams onderzoeksteam, onder leiding van prof. Gust Verbruggen (UGent). Arthritis & Rheumatism publiceert de resultaten.
Auto-immuunziekten gaan gepaard met een hoger risico op longembool in het eerste jaar na een ziekenhuisopname. Onderzoek, dat The Lancet publiceerde, suggereert dat deze groep van aandoeningen beschouwd moet worden als ziektes met hypercoagulatie.
1. Vakgroep Menselijke Fysiologie, Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie, VUB, Brussel 2. Vakgroep Musculoskeletale Kinesitherapie, Departement Gezondheidszorg, Artesis Hogeschool, Antwerpen 3. Vakgroep Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, UG en Arteveldehogeschool, Gent 4. Departement Immunologie, Allergie en Reumatologie, UA, Antwerpen 5. Departement Inwendige Geneeskunde, UZ Antwerpen, UA 6. Multidisciplinair pijncentrum, UZ Antwerpen, UA 7. Dienst Revalidatie en Kinesitherapie, UZ Brussel, VUB Hoewel reumatoïde artritis over het algemeen beschouwd wordt als een typische vorm van nociceptieve pijn ten gevolge van de gewrichtsontstekingen, zijn er toch een aantal klinische manifestaties die doen vermoeden dat ook het centrale zenuwstelsel betrokken zou kunnen zijn bij het onderhouden van pijn. Zoals eerder vastgesteld bij artrose, sluit de aanwezigheid van gewrichtspathologie de aanwezigheid van centrale sensitisatie of centrale hyperexciteerbaarheid bij reumatoïde artritis allerminst uit.
Ziektekarakteristieken van reumatoïde artritis en comorbiditeit kunnen gebruikt worden om het risico op ernstige infecties te voorspellen bij mensen met reumatoïde artritis. En inzicht in dit risico kan helpen om het beleid te sturen en deze infecties te voorkomen. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in Arthritis & Rheumatism.
De idiopathische inflammatoire myopathieën zijn een heterogene groep auto-immune aandoeningen, waarvan dermatomyositis (DM), polymyositis (PM) en sporadische inclusion body myositis (IBM) de meest frequente zijn. De standaardbehandeling voor DM en PM bestaat uit orale corticosteroïden. Deze behandeling gaat echter gepaard met belangrijke ongewenste bijwerkingen en een deel van de patiënten is weinig responsief. IBM-patiënten reageren niet op de immunosuppressieve en immunomodulatorische therapeutica die momenteel beschikbaar zijn. Een beter inzicht in de etiologie van deze aandoeningen is onontbeerlijk om in de toekomst te komen tot therapeutische strategieën die geschikt zijn voor alle verschillende patiëntengroepen. De cruciale rol die wordt vervuld door tumor necrosis factor alfa (TNFα) in de pathogenese van de verschillende inflammatoire myopathieën wordt reeds lang onderkend. Daarnaast werden echter 18 andere TNF-cytokines gekarakteriseerd, waarvan tot op heden vele nog niet uitvoerig werden bestudeerd in de inflammatoire myopathieën. In deze review vatten we de huidige kennis ter zake samen, waarbij het accent gelegd wordt op de mogelijke consequenties voor therapie.
In de klinische praktijk bereikt slechts een minderheid van de personen met reumatoïde artritis een toestand van aanhoudende remissie. Dat schrijven Britse onderzoekers in Arthritis Research & Therapy.
In afwezigheid van een echte goudenstandaardtest voor latente tuberculose (TB) suggereren de resultaten van een grootschalige studie bij personen met een reumatische aandoening dat IGRA een grotere specificiteit en mogelijk een grotere sensitiviteit biedt dan de klassieke tuberculinehuidtest. Dat schrijven Amerikaanse onderzoekers in Arthritis & Rheumatism.
Beginnende reumatoïde artritis (ook wel new-onset RA of NORA) gaat gepaard met een hoge prevalentie van parodontitis. De mondmicrobiota van mensen met beginnende reumatoïde artritis zijn echter vergelijkbaar met die van personen met chronische reumatoïde artritis of van gezonde personen met parodontitis van vergelijkbare ernst. Dat suggereert Amerikaans onderzoek in Arthritis & Rheumatism.
Gaat het gebruik van statines gepaard met een toename van het risico op auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis? Mogelijk wel, zeggen Nederlandse onderzoekers op basis van de bevindingen uit een case-controlstudie. Annals of the Rheumatic Diseases publiceerde de resultaten.
Personen met reumatoïde artritis of psoriasis ontwikkelen minder snel diabetes onder anti-TNF of hydrochloroquine dan onder behandeling met andere DMARD’s. Dat suggereert een Amerikaans-Canadees onderzoeksteam op basis van een grootschalige observationele studie. Het Journal of the American Medical Association publiceerde de resultaten.
Vroege menopauze zou een onafhankelijke voorspellende factor zijn voor reumatoïde artritis. Dat suggereert een invloed van hormonale veranderingen op de ontwikkeling van deze aandoening na de menopauze.
Ortho-Rheumato Vol. 23 Nr. 1
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...