Een regelmatige loper, die de enkel bij landing te fel naar binnen kantelt, loopt risico op overbelastingblessures. Uit onderzoek aan het Departement Bewegingswetenschappen van de KU Leuven blijkt dat in dat geval de versterking van de voetspieren aangewezen is, in plaats van corrigerende loopschoenen.
Het enkelprobleem, dat in vaktermen overpronatie genoemd wordt, doet zich voor bij een op de vijf volwassenen. Bij een deel van de regelmatige lopers resulteert dit in overbelastingblessures aan de knie, scheenbeen en enkels. Om na te gaan waarom de ene hiermee wel en de andere niet geconfronteerd wordt, onderzochten de vorsers 30 personen met overpronatie die minstens 15 km per week lopen. De helft onder hen kampte de afgelopen zes maanden met dergelijke blessures.
"Wat opvalt is dat de blessurevrije lopers grotere voetspieren hebben waarmee ze de kantelbeweging van de voet beter onder controle kunnen houden en op die manier minder letsels oplopen", zegt onderzoekster Benedicte Vanwanseele (KU Leuven). "Bij lopers met blessures is bovendien de voorvoet meer naar buiten gericht. De oorzaak van symptomen bij overpronatie situeert zich dus eerder daar."
De wetenschappers gaan nu uitzoeken hoe bij deze lopers de voetspieren versterkt kunnen worden. "Een interessante piste is het gebruik van voorvoetzooltjes om de spieren te trainen", aldus Vanwanseele. Corrigerende schoenen zijn niet aangewezen omdat ze vooral gericht zijn op de achtervoet. "Deze schoenen zorgen ervoor dat de voorvoetspieren minder getraind worden, terwijl uit ons onderzoek blijkt dat minder grote spieren aan de basis kunnen liggen van de blessures".