Het Riziv publiceerde zopas de TOP 25 werkzame stoffen in de uitgaven van de ambulante zorgverzekering 2022. De werkzame stoffen in kwestie zijn goed voor 34% van de totale netto-uitgaven van de verplichte zorgverzekering en 19% van het behandelvolume. Hieruit blijkt dat 69% van de griepvaccins die in 2022 worden verstrekt, zijn voorgeschreven door apothekers en dat 10 van de 25 geneesmiddelen worden voorgeschreven door meer dan 50% van de specialisten. In 2007 waren dat er slechts vier en in 1997 slechts één.
Geneesmiddelen die in ziekenhuizen worden toegediend, vallen niet onder deze Top 25.
De meest recente geneesmiddelen in deze TOP 25 zijn emicizumab, voor het eerst vergoedbaar in 2020 (een hemofiliegeneesmiddel dat de oude stollingsfactor VIII gedeeltelijk vervangt), een nieuwe hiv-combinatie uit 2019: emtricitabine/tenofovir alafenamide/bictegravir en een antidiabeticum uit 2019: semaglutide. Omgekeerd dateren 5 actieve ingrediënten van vóór 2000. Een daarvan is omeprazol, dat al in 1997 (het eerste jaar waarin Pharmanet-gegevens beschikbaar waren) in de TOP 25 stond. Een speciaal geval is dat van de griepvaccins.
Dat dit middel opduikt in de TOP 25 in 2020 is een gevolg van de COVID-19-crisis en de uitzonderlijke maatregelen van het RIZIV. De terugbetaling is verhoogd (van categorie C naar categorie B) en uitgebreid naar een grotere populatie (alle mensen van wie is vastgesteld dat ze een risico lopen, ongeacht hun leeftijd). In het midden van het jaar werd ook een prijsverhoging toegekend. In 2020 en 2021 zullen meer dan 2 miljoen patiënten het vaccin vergoed krijgen, tegenover 1,6 miljoen in de voorgaande jaren (+26%).
In 2022 liggen de cijfers weer lager: 1,9 miljoen vaccins. Van de mogelijkheid die apothekers nu hebben om het vaccin zelf voor te schrijven, is veel gebruik gemaakt, goed voor 69% van de verstrekte vaccins in 2022.
Op de lange termijn is het type moleculen in de TOP 25 veranderd. Het gaat steeds vaker om moleculen die deel uitmaken van het therapeutische arsenaal van specialisten. In 2022 zullen 10 van deze moleculen voor meer dan 50% worden voorgeschreven door specialisten (% van DDD's). In 2007 waren dat er slechts vier en in 1997 slechts één. Acht van de tien geneesmiddelen uit deze Riziv-top worden maar afgeleverd aan kleine groepen patiënten.
De database stelt ons in staat om het aantal patiënten te tellen aan wie een bepaalde werkzame stof ten minste één keer in het jaar is verstrekt. Deze informatie biedt een ander perspectief dan het behandelingsvolume uitgedrukt in DDD's of kosten, en maakt het mogelijk een typologie van verbindingen op te stellen op basis van:
- epidemiologie (aantal behandelde patiënten),
- behandelingsduur (aantal DDD's/patiënt),
- kosten van dagelijkse behandeling voor het zorgverzekeringsstelsel (netto-/DDD).
Typische voorbeelden van dit soort behandelingen zijn immunosuppressiva, behandelingen tegen hemofilie of behandelingen tegen HIV. Andere moleculen daarentegen worden aan grote aantallen patiënten voorgeschreven maar hebben, gelukkig voor het budget, relatief lage kosten per behandelingsdag. Hiertoe behoren atorvastatine, metformine en twee protonpompremmers (omeprazol en pantoprazol, waarvan de laatste nu aan 1,6 miljoen patiënten wordt voorgeschreven, waardoor het na het griepvaccin het meest voorgeschreven geneesmiddel is).
Podium
Op de eerste plaats staat apixiban, een van de vier nieuwe orale anticoagulantia (NOAC's), waarvan er drie in deze Top 25 staan. In 10 jaar tijd hebben NOAC's een belangrijke rol ingenomen onder de anticoagulantia. Ze zijn nu goed voor de meerderheid van de behandelingen (75% van de DDD's), naast heparinen (18%) en vitamine K-antagonisten (7%).
Op de tweede plaats in de Top 25 staat adalimumab, een TNF-remmer die is ontwikkeld om ontstekingsprocessen bij ernstige ziekten te stoppen nadat conventionele behandelingen hebben gefaald. Dit ondanks aanzienlijke prijsverlagingen na de komst van biosimilars van deze stof op de markt. Adalimumab wordt in 46% van de gevallen voorgeschreven door reumatologen (voornamelijk voor de behandeling van reumatoïde artritis), in 31% van de gevallen door gastrologen (ziekte van Crohn) en in 12% van de gevallen door dermatologen (artritis psoriatica). Het aantal patiënten is klein, maar de behandeling is duur (€18 per DDD).
Op de derde plaats staat emicizumab, dat wordt gebruikt voor de behandeling van hemofilie. In 2022 ontvingen 215 patiënten dit product. We kunnen verwachten dat dit aantal de komende jaren zal blijven stijgen naarmate op factor VIII gebaseerde preparaten geleidelijk worden vervangen.
Naast deze 25 werkzame stoffen zijn er nog 701 andere werkzame stoffen die poliklinisch worden vergoed door de verplichte verzekering.