De Specialist meldde een maand geleden nog de absurde weg die een aantal specialismen moesten volgen om klinisch geneticus te worden. Het VBS trok daartegen in het verweer op vraag van de klinisch biologen. Aan de onzin komt nu een einde door een ministerieel besluit van minister Maggie De Block van 29 mei dat vandaag in Het Staatsblad verschijnt.
De zaak werd aan de kaak gesteld door Henk Louagie, secretaris van de beroepsvereniging artsen-specialisten in Medische Biopathologie. Tot nu toe bestond de opleiding klinische genetica in twee jaar basisopleiding en daarop vier jaar specifiek klinische genetica. De basisopleiding is toegespitst op de volgende vier disciplines:
- inwendige geneeskunde
- pediatrie
- neurologie
- gynaecologie-obstetrica
Erkende artsen in een van deze vier disciplines mochten onmiddellijk met de specifieke opleiding beginnen. Alle andere specialismen niet. Absurd in die zin dat ook cardiologen, nefrologen, pneumologen, reumatologen en anderen eerst terug in de tijd moeten voor twee jaar opleiding zoals inwendige geneeskunde. Klinisch biologen, die ooit al een jaar stage inwendige geneeskunde liepen, kregen van hetzelfde laken een pak.
Het VBS leidde op vraag van de klinisch biologen een vraag in tot nietigverklaring. Tegelijk liep ook achter de schermen druk overleg tussen toenmalig secretaris-generaal van het VBS Marc Moens, VBS-juriste Fanny Vandamme, Prof. Koenraad Vandewoude en Prof. Koen Devriendt.
Met dus dit ministerieel besluit als resultaat. Henk Louagie toont zich tevreden: "Dit is een goede zaak. Nu kan iedereen die 2 jaar stage heeft gelopen voor een beroepstitel type 2 in aanmerking komen voor de specifieke opleiding. Er bestaat geen discriminatie meer."