Van 14 tot 17 juni vond het EULAR, Annual European Congress of Rheumatology plaats in Madrid. Een overzicht.
Het team van Bruno Fautrel (Parijs) voerde een systematische review en een meta-analyse uit van alle klinische studies over de aanpak van prereumatoïde artritis die tot nu toe uitgevoerd werden...
Het team van Gianluca Moroncini (Ancona) heeft eerder al een nieuw epitoop van een agonistisch autoantilichaam bij systemische sclerose beschreven (3). Nu heeft het ook een bloedtest ontwikkeld om die op te sporen (4).
Vanessa Smith (Gent) presenteerde de resultaten van een preliminaire analyse over capillaroscopie van de nagelplooi bij een zeer vroege diagnose van systemische sclerose. Er zijn nog geen grootschalige studies beschikbaar waarin de prevalentie van videocapillaroscopische patronen in de nagelplooi werd nagekeken in dit stadium.
Pauline Raaschou (Stockholm) analyseerde verschillende bevolkingsregisters in Zweden om na te gaan of TNF-inhibitoren voor de behandeling van reumatoïde artritis de kans op kankerrecidief verhogen bij patiënten die voorafgaand aan de behandeling reeds kanker hadden doorgemaakt.
Cécile Gaujoux-Viala (Nîmes) heeft een systematische review uitgevoerd van observationele studies die peilden naar de cardiovasculaire risico’s bij patiënten met reumatoïde artritis en controlepersonen.
De laatste jaren groeit het bewustzijn dat patient-reported outcomes (‘PRO’s’) belangrijk zijn bij de evaluatie van chronische ziekte, omdat die rekening houden met hoe de patiënt zijn ziekteactiviteit aanvoelt. Daniel Glinatsi (Kopenhagen) overliep het nog beperkte onderzoek naar correlaties tussen bevindingen op MRI-scans en scores voor die PRO’s.
Prof. Raphaèle Seror (Parijs) heeft gegevens geanalyseerd uit een prospectief gevolgd cohort van 98.995 vrouwen, dat in 1990 startte, om risicofactoren voor chronische ziekten bij vrouwen in kaart te brengen. Haar aandacht ging uit naar passief roken en chronische diarree.
Sytske Anne Bergstra (Leiden) stelde een analyse voor van de BeSt-studie, na tien jaar follow-up. Voor de prognose was het bereiken van een lage ziekteactiviteit belangrijk. Hoe die bereikt werd, deed er minder toe.
Paul Klarenbeek, uit dezelfde Amsterdamse onderzoeksgroep als de vorige spreekster, stelde vast dat onderzoek naar B-cellen in het bloed bij seropositieve personen zonder artritis de ontwikkeling naar reumatoïde artritis wel kan helpen voorspellen.
Maarten Boers (Amsterdam) ging in op de kritiek die soms op de bestaande EULAR-criteria voor remissie (vooral bij reumatoïde artritis) wordt geuit. Hij zette nog eens de puntjes op de i.
Giulia Balzaretti (Amsterdam) onderzocht T-celklonen in het bloed en het synovium bij ACPA-positieve of reumafactorpositieve personen zonder artritis. Zouden die kunnen helpen bij het voorspellen wie artritis zal ontwikkelen?
Jacques-Eric Gottenberg (Straatsburg) baseerde zijn advies op de bevindingen van een door zijn team uitgevoerde klinische studie, die hij in overeenstemming vindt met andere data uit de literatuur. Hij hoopt dat in de toekomst geïndividualiseerde adviezen over de therapiekeuze mogelijk zullen worden.
Andreas Schwarting (Mainz, Duitsland) legde uit hoe in zijn reumacentrum vroegdiagnostiek van reumatoïde artritis geoptimaliseerd werd, ondanks beperkte middelen in de afdeling reumatologie.
De EULAR heeft vrij recent een aantal kenmerken van artralgie met risico op progressie naar reumatoïde artritis (klinisch verdachte artralgie, clinically suspect arthralgia, CSA) voorgesteld. Ze dienen gebruikt te worden bij artralgie zonder klinische artritis en zonder andere verklaringen. Prof. Annette van der Helm - van Mil (Leiden) heeft die criteria gevalideerd.
De voorzitter van de EULAR, prof. Gerd Burmester (Berlijn), wijst in een van de eerste lezingen op de ‘don’t delay, connect today’-campagne van de EULAR. Die campagne is erop gericht om snel de diagnose van reumatische ziekten te kunnen stellen en om snel te behandelen, om zo blijvende gewrichtsschade te vermijden.
Checkpointinhibitoren zijn veelbelovende nieuwe immunologische behandelingen voor verschillende kankertypes. Ze richten zich niet op de kankercel zelf, maar activeren het immuunsysteem, zodat dit de kankercellen aanvalt. De eerste meldingen van auto-immune bijwerkingen buiten de klinische studies, ook van reumatologische aard, beginnen op te duiken. Cassandra Calabrese (Cleveland, Ohio) en Rakiba Belkhir (Parijs) deelden hun eerste ervaringen.
Schrijf u gratis in op onze wekelijkse nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws en nog veel meer ...